Beetplaat
Beetplaat, splint , bite
De manier waarop we toebijten, de manier waarop onze tanden op elkaar staan, bepaalt voor een deel de manier waarop we staan . Een foute beet zorgt voor een verkeerde lichaamshouding met overbelasting, pijn en kwetsuren tot gevolg. Door een beetplaat verandert de positie van de onderkaak tov de bovenkaak en gaat de patient rechter staan en symmetrischer bewegen. Chronische overbelastingen verdwijnen en het risico op kwetsuren daalt.
Hoe werkt een beetplaat ( bite, splint , opbeetplaat ). Al onze tanden zijn eigenlijk kleine neuro-captoren, ze geven informatie door aan onze hersenen. Hoe sta ik? Van het moment dat er foute informatie doorgegeven wordt, vb een prematuur contact, geen contact , een kruisbeet, dan verandert er iets in onze houding, we staan niet meer zoals we ideaal zouden moeten staan, de schouder gaat hangen, een knikje in de knie, .... Bovendien hangt onze onderkaak vast aan de bovenkaak met 2 gewrichtjes. Het is het enige gewricht in ons lichaam met deze dynamiek. Een veranderde positie van de ene kant, geeft automatish ook een verandering aan de andere kant, er onstaat een dysbalans in het systeem.
Ons lichaam is een expert in het compenseren, we nemen een andere houding aan, we vermijden bepaalde bewegingen. Maar op een gegeven moment, kan je niet meer compenseren en dan komen de klachten. De meest typische klachten zijn : hoofdpijn, vnl op het einde van de nacht en ’s morgens, regelmatig wakker worden,altijd een slecht hoofdkussen hebben,niet goed uitgeslapen zijn, nekpijn ter hoogte van C2-C3, een klikkend kaakgewricht.
Deze foto vat het allemaal samen. De verkeerde beet brengt de kaak uit evenwicht en daardoor verandert de positie van de wervelkolom,de heup. De patient krijgt klachten, kwetsuren.
Foto Michel CLauzadeDe splint verandert de positie van de onderkaak ten opzichte van de bovenkaak.We streven naar een zo symmetrisch mogelijke positie. Dit zorgt voor minder spanning in het kaakgewricht en de omliggende weefsels en structuren.
De ideale positie wordt door middel van spiertesten en orthopedische testen , zonder en met splint , bepaald . Als de dysbalans weg is, zie je meteen veranderingen. De patient staat symmetrischer, beweegt symmetrischer. Het risico op kwetsuren daalt. De klachten verminderen.